Overprikkeling

‘Er zit spaghetti in mijn hoofd.’

‘Laat me met rust.’

‘Mijn hoofd voelt zo vol.’

‘Ik moet even alleen zijn.’

‘Soms wil ik mijn hoofd er wel even afdraaien.’

‘Ik heb een punthoofd.’

Dit zijn een aantal uitspraken van mensen met autisme die overprikkeld zijn.

Ellendig om je zo te voelen. Vervelend ook om het te moeten zeggen. Als je je in autisme herkent bén je af en toe overprikkeld. De één elke dag, de ander een paar keer per week. Het voelt zo onvoorspelbaar, zo onveilig, je kunt erdoor in paniek raken, het kan een machteloos en ongrijpbaar gevoel geven.

Waar raak je dan overprikkeld van?

Je kunt overprikkeld raken door zintuiglijke prikkels, maar ook door cognitieve en emotionele prikkels. Ook andere mensen kunnen prikkels afgeven waar je overprikkeld van kunt raken.

Onderzoek

Voor zover ik weet is er geen onderzoek bekend over de prikkelgevoeligheid bij volwassenen met autisme. Tony Attwood geeft ons in zijn boek Hulpgids Asperger-syndroom wel cijfers over de prikkelgevoeligheid bij kinderen. Dat kan je een idee geven hoe het bij volwassenen is. Attwood noemt dat 70-85% van de kinderen met Asperger extreem gevoelig zijn voor geluiden. 50% van de kinderen met Asperger zijn overgevoelig voor aanrakingen of andere tastprikkels. Ook 50% heeft een overgevoelige smaak en reukzin, 25% van de kinderen met Asperger is overgevoelig voor bepaalde lichtsterktes/kleuren of vervormingen. Sommigen hebben last van evenwicht, bewegingsgevoel, pijn en temperatuurbeleving.

Een filmpje op YouTube wat overprikkeling goed illustreert is dit.

Herkenbaar?

Die overprikkeling zorgt ervoor dat je mopperig bent als je thuis komt uit je werk. Dat je geen behoefte hebt aan een kletspraatje in de winkel. Dat je je niet kunt concentreren. Het maakt dat je soms bot en ongenuanceerd overkomt. Ook al doe je nog zo je best, overprikkeling valt niet altijd te voorkomen. Was dat maar waar.

Toch kun je wel beter leren omgaan met de prikkelgevoeligheid

Beter omgaan met overprikkeling is ook een grote wens van velen die zich in autisme herkennen. Uit onderzoek (Autismecoach 2012) blijkt dat 57 % van de mensen die zich in autisme herkent, zich verder wil ontwikkelen om de prikkelgevoeligheid beter te kunnen hanteren.

Maar hoe doe je dat dan?

Er zijn in ieder geval 5 dingen die je écht moet weten om beter met overprikkeling om te leren gaan.

1.   Weten wat jouw autisme is

Overprikkeld raken als je je in autisme herkent, komt niet zomaar ergens vandaan. Autisme is een informatieverwerkingsstoornis. De informatie die je binnen krijgt wordt anders verwerkt en doorgegeven dan bij mensen zonder autisme.

Door het autisme is het lastiger om informatie goed te filteren. Maar ook om, dat wat je waarneemt, juist te interpreteren. Je moet ook snappen wat er gebeurt, een juiste reactie kiezen en op de juiste manier het gedrag uitvoeren. Vervolgens is het ook handig als je het effect kunt evalueren van dat wat je doet, zodat je er lering uit trekt.

Daarnaast kunnen er nog meer aspecten meespelen bij overprikkeling door het autisme. Het voert te ver om die hier allemaal te benoemen.

Weten waar bij jou de moeite van het autisme zit helpt, om beter om te gaan met de prikkelgevoeligheid.

2. Weten welke signalen je lijf aangeeft

Ook is het handig om de signalen die je lijf afgeeft, als je overprikkeld raakt, te kennen en te herkennen. Signalen zijn bijvoorbeeld: stil, teruggetrokken of juist hyperactief zijn, hard of snel praten, hartkloppingen, zweten, moeite met slapen, geïrriteerd, bang of lusteloos zijn.

Zodra je merkt dat je een bepaald punt bereikt, waarop het voor jou moeilijk wordt om nog goed te kunnen functioneren, komt er een keuzemoment. Doorgaan of gas terug?

3. Weten wat de concrete oorzaak is van de overprikkeling

Het derde aspect wat belangrijk is, is om te weten wat de oorzaak is waardoor je overprikkeld raakt.
Oorzaken voor overprikkeling kunnen bijvoorbeeld zijn:

  • Sociale stressoren (samenwerken, plagerijen)
  • Communicatieve stress (gesprek voeren, iemand begrijpen)
  • Omgeving (wijzingen in planning, omgevingsveranderingen)
  • Sensorische stress (lawaai, muziek)
  • Overbelasting (te veel werk)
  • Punthoofd (opeenstapeling van openstaande zaken/mappen en onduidelijkheden)
  • Te weinig structuur, overzicht, rust

4. Weten wat je kunt doen om weer tot rust te komen

We willen allemaal graag grip hebben op ons leven. Het geeft een goed gevoel als je weet wat je kunt doen op momenten dat je overprikkeld bent. Meestal hebben we wel een aantal opties die we toepassen. Het kan ook heel nuttig zijn om te kijken of je je repertoire kunt uitbreiden.

Een paar voorbeelden van wat je kunt doen, als je overprikkeld bent:

  • Uit de situatie gaan en een rustige, veilige plek opzoeken.
  • Je aandacht verleggen naar positieve gedachten of activiteiten.
  • Ontspannings/rustmethodieken gebruiken zoals een goede ademhaling of tot 10 tellen.
  • Grenzen stellen of keuzes maken.
  • Analyseren wat er is gebeurd waardoor je overprikkeld bent geraakt zodat je weer overzicht krijgt en mapjes kunt sluiten.
  • Tijdig hulp vragen aan anderen.
  • En zo zijn er nog veel meer manieren om weer tot rust te komen. 

5. Weten en kunnen communiceren wat anderen wel/niet moeten doen.

In contact met anderen is het best wel eens lastig om goed uit te drukken waar je behoefte aan hebt, zonder al te veeleisend over te komen. Mensen in je omgeving zien vaak wel dat er iets met je is, maar kunnen er niet altijd de vinger op leggen. Ook weten ze vaak niet wat ze moeten doen om je te helpen. Jij kunt dat wel aan hun vertellen. Een paar voorbeelden:

Wat wil je dat de ander wel doet:

–       Mij even laten uitrazen, m’n verhaal kwijt kunnen.

–       Me met rust laten.

–       Vragen stellen waardoor ik weer overzicht krijg.

–       Duidelijk en voorspelbaar zijn over de korte termijn.

–       Vragen waar ik behoefte aan heb.

Wat wil je dat de ander niet doet:

–       Vragen waarom je boos of gestrest bent.

–       Zeggen: doe eens normaal.

–       Je aanraken.

Deze 5 dingen die je moet weten overoverprikkeling helpen je om beter om te gaan met je prikkelgevoeligheid.

In mijn boek ‘Meer rust en minder stress bij autisme’ leer ik je in zeven stappen waar stress vandaan komt, hoe je stresssignalen kunt herkennen en wat je zélf kunt doen om beter met stress om te gaan. Inclusief praktische oefeningen en opdrachten om meteen in de praktijk toe te passen. Bestel het boek hier.

boek

 

Wil je stress gelijk goed aanpakken zodat je meer rust in je hoofd krijgt? Doe dan ook mee met de online training RustFormule. Ga stap voor stap aan de slag en maak jouw eigen rustplan. Daar heb je de rest van je leven plezier van. Je zult zien dat je daardoor ook een prettiger mens bent, makkelijker gesprekken voert, socialer kunt zijn, beter presteert op je werk, de ‘herrie’ van de kinderen beter kunt verdragen, etc..