In Nederland zouden zo’n 20.000 tot 30.000 normaal begaafde vrouwen met autisme zijn. Over autisme bij mannen is al veel bekend, bij vrouwen is die bekendheid veel minder groot.

Hoe komt het nu eigenlijk dat vrouwen veel minder vaak een diagnose autisme krijgen terwijl hier wel sprake van is? En wat zijn die verschillen nou eigenlijk tussen mannen en vrouwen met autisme? Twee vragen waar ik graag eens wat dieper op inga.

De klachten van mannen en vrouwen met autisme zijn hetzelfde. Ze hebben allemaal last van stress, somberheid en piekeren. Ook hebben zowel mannen als vrouwen allerlei angsten en (over)gevoeligheden. De manier waarop deze klachten zich uit is bij vrouwen toch anders dan bij mannen.

Hierdoor is het voor hulpverleners erg lastig om autisme bij vrouwen vast te stellen. Vrouwen voelen zich daardoor ook vaak teleurgesteld in de hulpverlening omdat ze het gevoel hebben dat er iets (anders) aan de hand is maar dit niet onderkend of herkend wordt.

Waarin zijn vrouwen met autisme dan anders dan mannen met autisme?

Vrouwen passen zich over het algemeen meer aan anderen aan dan dat mannen dat doen. Misschien hoort dit wel bij de vrouwelijke natuur.

Bij vrouwen komen de kenmerken van autisme vaak subtieler of minder duidelijk tot uiting. Zij zijn beter in staat hun beperkingen te camoufleren. Ze mengen zich bijvoorbeeld niet graag onder andere mensen en kunnen heel behendig worden in het verbergen van hun problemen. Vrouwen willen vaak niet opvallen, ze willen graag zo ‘gewoon’ mogelijk bij anderen overkomen. Ze passen zich meer aan waarvoor ze wel op hun tenen moeten lopen.

Vrouwen kunnen beter dan mannen observeren en gedrag nadoen. Ze observeren tijdens de sociale gebeurtenissen het gedrag dat zich afspeelt tussen mensen, maken hier voor zichzelf een passend plaatje van en imiteren dit op momenten dat het voor hun idee passend is.

Veel vrouwen zijn zich er bewuster van dat er verwachtingen aan hen gesteld worden. Deze verwachtingen zijn voor vrouwen groter dan voor mannen. Vrouwen ‘horen’ meelevend, empatisch en begripvol te zijn. Maar autisme zorgt er juist voor dat iemand zich rationeler en minder emotioneel lijkt te gedragen en minder meeleeft dan anderen. Bij mannen worden deze ‘sociale’ eigenschappen niet zo snel verwacht waardoor het minder opvalt.

Hoe komt het dan dat vrouwen maar ook meisjes vaak geen diagnose in het autistisch spectrum krijgen of juist een andere diagnose?

De criteria voor autisme waarop een diagnose wordt gesteld is gebaseerd op mannen. Neem bijvoorbeeld het Asperger syndroom. Hans Asperger ontdekte een patroon bij een aantal jongens die hij onderzocht en hieruit is (veel later) uiteindelijk de benaming Asperger uit voortgekomen. Tegenwoordig zijn er ook vrouwen met de diagnose Asperger.

Door onbekendheid bij hulpverleners over vrouwen met autisme krijgen veel vrouwen andere diagnoses zoals stemming- of angststoornissen, depressiviteit, persoonlijkheidsstoornis (bijvoorbeeld borderline). Vrouwen herkennen zich hier vaak maar deels in.

Zoals we hierboven hebben gezien uit autisme zich bij vrouwen anders dan bij mannen. Vrouwen en meisjes zijn meer teruggetrokken en passen zich meer aan aan anderen dan jongens en mannen. Meisjes worden vaker ‘bemoederd’ door vriendinnetjes en zijn beter gemotiveerd om dingen te leren. Ook maken meisjes zich eerder begrippen eigen waardoor ze hun sociale vaardigheden beter ontwikkelen dan jongens.

Veel vrouwen ontdekken pas dat ze autisme hebben als hun kinderen (meestal zijn dit de zonen) gediagnosticeerd wordt. Ze herkennen zich in het gedrag van hun kind en herkennen dan de autisme specifieke trekken bij zichzelf.

Deskundigen denken dat 1 vrouw tegenover 4 mannen autisme heeft. Deze getallen zijn helaas nog niet erg betrouwbaar, er is nog meer onderzoek voor nodig om dit goed vast te stellen.

Intussen zullen meisjes en vrouwen met autisme nog steeds over het hoofd worden gezien en niet die mate van begrip en begeleiding krijgen die ze verdienen. Gelukkig wordt er de laatste jaren meer aandacht aan het onderwerp gegeven.

Wil je meer lezen over dit onderwerp? Lees dan deze boeken:

Rudy Simone, Aspergirls

Tony Attwood e.a., Meisjes en vrouwen met Asperger

Liane Holliday Willey, Doen alsof je normaal bent

Henny Struik, Niet ongevoelig